Skip to main content

Kansen en risico's van vruchtbaarheidsbehandelingen

De vruchtbaarheidsbehandeling in het Vruchtbaarheidscentrum Niederrhein heeft een hoog slagingspercentage.

Met behulp van moderne geassisteerde voortplantingsprocedures kan 60 tot 70% van alle paren met een onvervulde kinderwens worden geholpen om hun eigen kind te krijgen. De zwangerschapspercentages voor inseminatie zijn ongeveer 10 tot 12%, voor IVF- of ICSI-behandelingen is het landelijk gemiddelde ongeveer 29% (Duits IVF-register 2011). Het is onze plicht om onze patiënten te informeren over mogelijke risico's van de behandeling.

Kansen en risico's van vruchtbaarheidsbehandelingen

In zeldzame gevallen kan hormonale stimulatie leiden tot een overreactie van de eierstokken. Dit zogenaamde ovariële hyperstimulatiesyndroom OHSS kan in verschillende mate van ernst zijn. De eierstokken kunnen sterk vergroot zijn, in extreme gevallen met waterophoping in de buikholte of de borstkas. Er is een vroege vorm van het hyperstimulatiesyndroom, dat optreedt tijdens de stimulatiebehandeling, of een late vorm, die zich pas ontwikkelt nadat de zwangerschap is bereikt. In ernstige gevallen moet de behandeling van overstimulatie in het ziekenhuis worden uitgevoerd.

Net als na een natuurlijk veroorzaakte zwangerschap kunnen buitenbaarmoederlijke zwangerschappen ontstaan na geassisteerde voortplanting. De reden hiervoor is dat het embryo vrij kan bewegen op het slijmvlies in de baarmoeder en in de eileider tot de 5e/6e dag na de bevruchting, alvorens zich daar te vestigen. Het kan zijn dat het embryo in een plooi van een eileider plakt en daar zichzelf inplant. Met een zorgvuldige controle kan dit echter tijdig worden opgespoord, zodat passende medische of chirurgische maatregelen kunnen worden genomen om de buitenbaarmoederlijke zwangerschap af te breken.