Skip to main content

Belangrijke vragen & antwoorden

Für Sie zusammengestellt

Heeft u nog vragen?

De belangrijkste vragen en antwoorden op het gebied van vruchtbaarheidsbehandelingen hebben we hier voor u verzameld.

Doordat meerdere follikels in een gestimuleerde cyclus kunnen rijpen, is de kans op een meerlingzwangerschap groter dan bij natuurlijke omstandigheden.

In zeldzame gevallen kan het leiden tot het zogenaamde overstimulatiesyndroom, een overreactie van de eierstokken. Dit gaat gepaard met de vorming van eierstokcysten, in extreme gevallen met ophoping van vocht in de longen en buikholte. Een opname in de kliniek is zelden nodig.

Het gemiddelde zwangerschapspercentage na inseminaties is ongeveer 11%.

Het gemiddelde zwangerschapspercentage na IVF of ICSI is ongeveer 32% (Jahrbuch 2004/Deutsches IVF-Register).

Het verwachte zwangerschapspercentage na cryopreservatie is ongeveer 30%.

Bij terugplaatsing van 2 embryo's is de kans op het optreden van een tweelingzwangerschap ongeveer 20%, bij terugplaatsing van 3 embryo's is de kans op het optreden van een tweelingzwangerschap ongeveer 27% en de kans op het optreden van een drielingzwangerschap ongeveer 3-4%, afhankelijk van de leeftijd van de moeder.

Individuele onderzoeken geven aan dat de incidentie van misvormingen tijdens de behandeling met geassisteerde voortplantingsgeneeskunde slechts zeer licht toeneemt. Dit is grotendeels te wijten aan een licht verhoogd genetisch achtergrondrisico van de getroffen paren met een onvervulde kinderwens.

Voor wettelijk verzekerde koppels die met elkaar gehuwd zijn, voorziet de GMG vanaf 1 januari 2004 in een nieuwe kostenregeling door de zorgverzekeraars. Volgens dit reglement moet de helft van alle behandelingskosten door de verzekerde worden gedragen! Het aantal behandelingen (inseminatie in een gestimuleerde behandelingscyclus, in-vitrofertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI) is beperkt tot drie cycli; voor cycli daarbuiten is er geen uitzondering meer. Zonder de mogelijkheid van een uitzondering is ook bepaald dat beide partners de leeftijd van 25 jaar moeten hebben bereikt. Vrouwen die de leeftijd van 40 jaar hebben bereikt en mannen die de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt, hebben geen recht op een (gedeeltelijke) betaalde behandeling door de wettelijke ziekenfondsen.

Particuliere verzekerden hebben recht op een vergoeding voor 3 tot 4 behandelingscycli. De meeste verzekeraars maken hier onderscheid op basis van een zogenaamd oorzakelijk verband, d.w.z. dat de verzekeraar van de partner die de oorzaak is van de kinderloosheid verantwoordelijk is.